Hoofdtaak van een bewindvoerder die beschermingsbewind uitoefent, is het beheren en beschermen van het vermogen van de cliënt.
De kantonrechter bepaalt welk deel van het vermogen onder bewind wordt gesteld.
Jaarlijks legt de bewindvoerder verantwoording af aan de kantonrechter. Hierin wordt van de volgende zaken per cliënt het totaalbedrag aangeven:
- het ontvangen inkomen;
- het totaalbedrag van de vaste lasten;
- indien van toepassing: een overzicht van de betaalde schulden;
- indien van toepassing: een overzicht van de nog te betalen schulden;
- het saldotegoed van het begin en eind van de periode waarover verantwoording
- afgelegd moet worden.